fbpx

Alles wat niét rechtstreeks aan een boom of struik groeit, uit de grond komt of rent, vliegt, springt of zwemt, levert je lichaam níet de juiste brandstof.

Ja, zul je wel zeggen, ik weet wel hoe ik het goed zou moeten doen. Daar ligt het niet aan. Zo werkt het gewoonweg niet bij mij! Maar waar ligt het dan wel aan?

Niet dat ik zelf overdreven dik was, maar toch merkte ik dat de kilootjes er langzaamaan bij kwamen. Ik voelde me er niet echt happy bij. Ondanks dat ik actief aan het sporten was. Tot ik een artikel las wat suikers met je deed. Oeps! Zoooo herkenbaar! En ik als zoetekauw… dus het roer moest om wilde ik het anders. Maar waar begin je dan? Ik ben gestart met het stoppen met Suikers. De witte en verborgen suikers. Wel mocht ik – gelukkig – nog iets van natuurlijke suikers – met mate. Dus géén ranja meer, geen dubbelfris, geen thee met suiker, geen af-en-toe een snoepje, geen (zoete witte) wijn, geen koekjes, geen zakjes en pakje koken, geen…. chips. Help! Maar wat stel je daar dan tegenover?! Juist! Alles wat ‘niet’ zo lekker is noem je het dan maar. Gelukkig ontdekte ik dat er zoveel meer lekkers dan suikers was. Alleen was ik hier niet mee ‘geprogrammeerd’. Het was voor mij een start om een nieuwe relatie met voeding aan te gaan.

Grote kans dat jij iets van onderstaande ook wel herkent:

  • Troost-eten: Je kent de zogeheten ‘zoethoudertjes’ wel. Om maar niet te hoeven voelen. Om je tevreden te houden.
  • Over-eten: ‘Ach ja, voor deze keer, omdat je dat speciaal voor mij in huis hebt gehaald’
  • Weg-eten: Je voelt je gestrest. Hoe krijg je dat gevoel weg? Door te gaan snaaien, het liefst iets wat lekker knapperig is, heerlijk!
  • Door-eten: Je kent geen stop. Je bent geneigd door te eten terwijl je vol zit. Dit heeft voor een deel te maken met je brein. Toen onze prehistorische voorouders rondtrokken, was voedsel nog een schaars goed. Als er zoet, vet en calorierijk eten was, dan was het overlevingstechnisch gezien handig om je daar zo vol mogelijk mee te proppen. Zo denkt het brein nog steeds. Het beloningssysteem wordt in gang gezet. Dat gaat schreeuwen om ‘ik wil meer!’ Als je na de lunch aan je tafelgenoten vraagt: wie heeft er zin in een ijsje, dan zullen de vingers omhoog schieten. Want ijs, vol vetten en suikers, doet het goed bij ons beloningssysteem. Daarnaast heeft het te maken met angst voor tekorten. Als er iets lekkers op tafel staat, moet je er zoveel mogelijk van hebben. Want stel je voor dat een ander je voor is. ‘Ik moet het ‘nu’!
    Je kent deze vast ook wel: ‘Die pan moét leeg, dat is toch zonde om weg te gooien!’

    Ons systeem beloont ons letterlijk met vonkjes genotshormoon voor lekker eten. Ooit, pakweg in de prehistorie toen er nog sprake was van ‘tekorten’, was dat dus een nuttige eigenschap. Maar inmiddels werkt het tegen ons in deze wereld vol ‘overvloed’.

Dus hoe het kan dat wij niet doen wat wij wel weten wat beter is om te doen?

Nou, dat heeft te maken met het soort ‘honger’ wat je hebt. Bewustwording. Fysieke honger of Emotionele Honger. Daar ligt een onderliggend gedragspatroon onder die je beïnvloed in de manier waarop je met eten omgaat. Wat maakt dat je niet kunt genieten? Wat maakt dat je dooreet, terwijl je genoeg hebt gehad? Vaak ligt een mix van de 4 gedragspatronen hieronder ten grondslag. Deze 4 gedragspatronen licht ik hieronder toe. Ik daag je hierbij uit: Kijk eens goed waar jij jezelf in herkent.

Vóórdat je verder leest, kom ik terug op mijn basisprincipe 1: Niet vullen maar voeden

Je bent je eigen bouwpakket. Het lichaam heeft bouw- en brandstoffen nodig om (goed) te kunnen functioneren. Het is belangrijk genoeg energie te hebben en je lichaam van de juiste voedingsstoffen en vocht te voorzien. Daarbij ligt de focus op gezondheid, op herstel van je lichaamen op een gezond gewicht. Gezonde voeding bestaat uit écht eten. Eten wat groeit en leeft in de natuur en wat niet in de fabriek is gemaakt. Eet dus zoveel mogelijk eten natuurlijk, onbewerkt en puur. Ons lichaam is er niet op gemaakt kunstmatig verrijkt voedsel dat gedenatureerd is te eten. Houd je hier aan de 70/30 regel: 70% goed, 30% af en toe wat minder.

Het geeft je zoveel meer energie

->TEST GEDRAGSPATRONEN

Nou, duidelijk toch? In ons leven bouwen we levenspatronen op die de manier waarop we met eten omgaan beïnvloeden. Wil je deze patronen leren kennen en zicht krijgen op jouw mogelijkheden om een nieuwe plezierige relatie met eten op te bouwen? Doe dan de volgende korte test. Vul in Ja of Nee.

Een plezierige relatie met eten heeft voor mij de volgende kenmerken:

  1. Ik voel me gelukkig en volledig in het leven als ik niet eet; voedsel is niet mijn enige bron van plezier en bevrediging
  2. Als ik geen honger heb, eet ik niet
  3. Ik stop met eten als ik genoeg heb gehad en ik kan eten best laten liggen
  4. Tussen een hongerig gevoel en of denken aan eten, zitten pauzes van een paar uur
  5. Ik heb een gezond gewicht dat stabiel is of schommelt met 2 a 3 kilo. Ik sta niet vaker dan een paar keer per jaar op de weegschaal
  6. Ik heb geen obsessie met eten of tel calorieën om te berekenen of je iets mag eten

Beantwoord je meerdere vragen met Nee, dan is het voor jou interessant om verder te lezen. Heb je daar geen zin in? Neem dan gerust contact met me op om een afspraak te maken en de mogelijkheden te bespreken.

1. Mindless eten – gedachteloos eten

Hier draait het om bewustwording en eten met aandacht.

  • Het is niet tot je doorgedrongen wat en waarom je eet omdat het je zo geleerd is
  • Je neemt het als waarheid aan wat er gezegd wordt, zoals misleidingen van de fabricant of vanuit je opvoeding
  • Je eet zonder aandacht, bijvoorbeeld televisiekijken met een bord op schoot of lunchen achter de computer

2. Loveless eten – je zorgt niet goed voor je eigen behoeften

Je bent je niet bewust van je eigen behoeftes of vervult deze niet.  Je bent vooral bezig met het vervullen van behoeften van anderen.

Bijv. Behoefte: Ontspanning. Je bent van plan om ‘s avonds lekker te relaxen door een heerlijk warm bad te nemen. Daar ben je wel aan toe. Lekker ontspannen, even helemaal niks en niemand die je stoort. Maar dan vraagt je zoon of je hem ‘even’ wilt overhoren. Tuurlijk doe je dat! En voordat je het door hebt, zit je hem 1½ uur te helpen met leren. Je gaat moe op de bank zitten en zet de TV aan. Tja, en daar hoort natuurlijk wel even die zak chips bij. Want je wilt toch nog even een goed gevoel hebben. En met dat gekraak van de chips kan je mooi je frustratie op-eten.

Je ziet eten als een vervanging voor een onvervulde behoefte. Bijvoorbeeld die reep chocola of zak chips staat voor de behoefte aan een momentje voor jezelf of voor rust en als beloning van je harde werken.

3. Joyless (emotie) eten – je slikt je gevoelens weg

Eten als beloning voor vervelende gevoelens. Je eet je gevoelens weg in plaats van ze te herkennen. Je bent in mindere mate in contact met je gevoelens en je hebt moeite om hongerprikkels waar te nemen en te luisteren naar de signalen van je lichaam.

Kunnen voelen is een voorwaarde om te kunnen genieten. Veel mensen hebben in de loop van hun leven geleerd om de ratio boven het gevoel te stellen. Zij eten met hun  hoofd in plaats van te luisteren naar de signalen van hun lichaam. Bijvoorbeeld als je boos bent, is het zo fijn om even met harde knakkende borrelnootjes iets van je boosheid kwijt te raken.

Mensen die in mindere mate in contact zijn met hun lichaam, hebben moeite de signalen van hun lichaam waar te nemen en ernaar te luisteren. Zij hebben moeite hongerprikkels waar te nemen en deze te onderscheiden van trek of andere prikkels. Ook hebben zij moeite te voelen wanneer hun lichaam verzadigd is.

In het voorbeeld zit er een angst achter om niet goed genoeg te zijn. Bang om niet te voldoen. De zachtheid van drop troost en voedt haar.

4. Powerless eten – Beren op de weg zien

Je vindt het moeilijk om tot gedragsverandering te komen en ziet allemaal beren op de weg. Je kiest vaak voor acties uit het strafsysteem in plaats van aantrekkelijke acties waarmee je goed voor jezelf zorgt. Vaak is het alles of niets. Je vindt het moeilijk om je beloningssysteem in te zetten en acties te ondernemen die je dichter bij je doel brengen.

De voedingsbodem voor dit onbewuste gedragspatroon is diep weggestopte pijn die je steeds weer opnieuw ervaart. Maar niet wil voelen. Je gaat je zo gedragen dat je eigen onderliggende emotionele pijn gaat vermijden. Hieraan ten grondslag ligt angst. Dat kan angst zijn om niet goed genoeg te zijn, te falen, verlaten te worden, verbinding aan te gaan, afgewezen te worden, niet geaccepteerd en gewaardeerd te worden en er dus niet bij te horen

Meer weten?

Wil je hier zelf ook mee aan de slag om een betere relatie met jouw eetpatroon en daarmee ook jezelf op te bouwen?

Geef je dan op voor het programma Een Gezonde Relatie met Jezelf. Of neem gerust contact met me op om de mogelijkheden te bespreken.

Dit vind je misschien ook leuk...